Gewent geraakt om alles vast te houden.

Zo gaat alles goed.

Denk ik.

Ik zit snel op de kast en niemand kan iets goeds doen in mijn ogen.

Alles is te veel.

Maar wat als de wereld instort als ik alles uit handen geef.

Ik stort in. Dan ken ik mijzelf niet meer.

Alle touwtjes blijven aantrekken, net zolang totdat jij er bij neervalt. Jouw kids en man zitten eraan vastgeknoopt met een strop om hun nek. Zij krijgen geen ruimte om hun eigen ding te ontdekken omdat jij alles “paranoia” bij elkaar wilt houden.

“Je wilt controle maar alles dondert juist in duigen.”

Het loslaten is spannend. Wetend dat het je rust gaat geven durf je de stap niet te maken. Ondertussen drijft iedereen verder van je af waardoor je de touwen nog meer aan wilt trekken.

Hoe je het opmerkt? Als jouw hoofd overuren maakt, met iedereen en alles bezig bent maar constant teleurgesteld bent in jezelf en iedereen om je heen. De energie uit je loopt als drijfzand waar je steeds verder en verder in verdrinkt.

Je kan veranderen. Als je loslaat.